Deep Branch: minder CO2, meer duurzame voeding

Wat is er mooier dan twee problemen tegelijk oplossen? Het Brits-Nederlandse Deep Branch produceert via fermentatie eiwitrijke ingrediënten voor diervoeding. De ingrediënten vervangen vismeel en soja. Een belangrijke grondstof voor Deep Branch’s ingrediënten is lokaal afgevangen CO2. Zo zorgt Deep Branch voor duurzamere viskweek én minder broeikasgassen. Pete Rowe, één van de oprichters en CEO, legt uit hoe dit kan. 

Bij het produceren van elektriciteit uit biomassa komt CO2 vrij. Die wordt afgevangen en gezuiverd tot 99,9% pure CO2. Deep Branch gebruikt deze CO2, samen met waterstof, water en micronutriënten, om een 'soep' te maken. In een bioreactor produceren micro-organismen vervolgens een zeer eiwitrijk product uit deze soep. Door dit te drogen ontstaat een belangrijk ingrediënt voor diervoeding: ProtonTM. 

Duurzame kweekvis 

“Wij gebruiken fermentatie om hoogwaardige ingrediënten te produceren voor een meer duurzame, circulaire en robuuste voedselvoorziening”, zegt Pete Rowe. De eerste toepassing wordt voeding voor kweekvis. Die voeding vervangt vismeel en soja, die nu vaak vanuit Zuid-Amerika worden ingevaren. Dat is niet erg duurzaam. Als de kweekvis voortaan voornamelijk CO2-gebaseerde voeding te eten krijgt, verduurzaamt dit het proces enorm. En dan ook nog zonder dat er vruchtbare grond voor nodig is. Het Deense BioMar, toeleverancier aan de aquacultuur, gaat de ProtonTM afnemen.  

Waarom is daar niet eerder iemand opgekomen? Rowe: “Om te beginnen moet er voldoende CO2 en (groene) waterstof voorhanden zijn. Die producten komen tijdens de huidige energietransitie steeds meer voorhanden. Daarnaast moet je een goede oplossing hebben voor de steriliteit tijdens de fermentatie. En dat dan in combinatie met een volledig veilige omgang met de waterstof en zuurstof in het proces. Die combinatie hebben wij ontwikkeld.” 

Grote sprong 

Deep Branch is nog volop in ontwikkeling. In mei 2022 startte in Geleen de productie op pilotplant-schaal: 10 ton per jaar. Over twee tot drie jaar moet de productie zijn opgevoerd naar 250 tot 500 ton. En dat is de opmaat naar de grote sprong die tegen het einde van het decennium moet zijn gerealiseerd. Momenteel zijn er nog vijf mogelijke locaties in Noord- en Noordwest-Europa in de race. Op één daarvan moet een fabriek komen die 100.000 ton ProtonTM  per jaar zal produceren. Het product is behalve als ingrediënt voor visvoer ook geschikt als ingrediënt voor pluimveevoeder. Daarvoor staat ook al een afnemer in de wacht. Op de langere termijn valt zelfs te denken aan eiwitten voor het menu van de mens. Rowe: “We kunnen in principe heel veel produceren. Daarbij ligt het voor de hand dat we op termijn op meer dan één bord gaan schaken en onze technologie zo breed mogelijk gaan inzetten.”